M-Talk

'Ik moet poetsen, Marco moet shinen.'

25 jaar ISH Dance Collective

Vrijdag 16 en zaterdag 17 mei is het feest in Meervaart. Dan viert huisgezelschap ISH Dance Collective het 25-jarig bestaan. Het wordt een spectaculair jubileumweekend met allerlei activiteiten, workshops en voorstellingen. Een gesprek met Marco Gerris, oprichter van ISH, en Yassine Boussaid, directeur van Meervaart, over het jubileum, hun samenwerking en hun vriendschap.

Wie is Wie
Marco Gerris (23 april 1975) is choreograaf, regisseur en artistiek leider van ISH Dance Collective, dat hij in 2000 oprichtte. Het gezelschap brengt een mengeling van hiphop, ballet, urban sports, acrobatiek en parkour (vandaar -ish: ‘soort van…’) naar het theater. In 2024 won Marco Gerris de Zwaan voor beste dansprestatie met de voorstelling Rhythm & Flow. 

Yassine Boussaid (10 mei 1983) werkt sinds 2016 bij Meervaart, eerst als programmeur en sinds sinds februari 2019 als directeur. Hij studeerde politicologie en geschiedenis, en ging werken in de cultuursector. Hij zat in verschillende adviescommissies en was in 2011 medeoprichter van het Amsterdam Andalusisch Orkest. 

Elements knalt nog steeds. 

Wat kunnen we verwachten tijdens het jubileum?
 MG:
„We gaan het echt in de hele Meervaart doen. Van de kleine zaal tot de foyer en de grote zaal.. We eren het verleden, maar ook het heden en de toekomst. Je ziet bijvoorbeeld fragmenten uit de allereerste voorstelling tot en met uit de laatste en alles wat ertussenin is gebeurd. Vrijdag is de voorstelling Elements of Freestyle, van al mijn voorstellingen een van de meest succesvolle. Hij is uit 2015, toen we 15 jaar bestonden. Ik had toen heel veel voorstellingen gemaakt in combinatie met andere disciplines - opera, ballet, klassieke muziek - en ik miste een beetje mijn roots. Ik wilde terug naar die extreme sports waarmee ik begon. Elements knalt nog steeds.” 

YB: „Er komen ook Q&A's, een expo, kleine pop-up-achtige presentaties. ISH is heel goed in het gebruiken van elementen van verschillende disciplines en achtergronden. En bij zo'n jubileum is het mooi om dat als een vertrekpunt te nemen. Zodat het niet aanvoelt als een soort van display van kunst met een grote K, met publiek dat alleen maar moet applaudisseren, maar dat je veel meer synergie krijgt en de bezoeker eigenlijk ook een maker wordt en de maker een bezoeker.” 

ISH is heel goed in het gebruiken van elementen van verschillende disciplines en achtergronden. 

Had je 25 jaar geleden gedacht dat ISH zo succesvol zou worden?
MG:
„Natuurlijk niet. Ik wist ook niet dat mijn gezelschap de hele wereld over zou reizen. Binnenkort staan we met Elements of Freestyle in het Sydney Opera House, in de grote zaal. Dat stond echt niet op mijn bucketlist. Ik vond in die tijd dat er veel te weinig jongeren in het theater kwamen; het was een beetje oubollig, abstract en onbegrijpelijk. Ik pionierde met hiphop, straatcultuur en extreme sports en ging voorstellingen maken. Een van de redenen waarom we denk ik succesvol zijn is dat wij vanuit die community komen. De mensen waarmee ik werk, zijn dansers die hun strepen in de hiphop hebben verdiend. Dat zijn superhelden in onze wereld. Het publiek weet vaak niet eens dat ze naar wereldkampioenen in BMX, break of welke stijl dan ook zitten te kijken. Die echtheid, daar valt en staat het mee. Dit kwam vanuit een urgentie, vanuit onszelf. Hé, dit zijn wij, dit is onze stem, dit is óók kunst.” 

Dit is óók kunst. 

Wanneer is ISH huisgezelschap van Meervaart geworden?   
YB:
„Marco is hier kind aan huis, dat gaat veel dieper dan een huisgezelschap.” 

MG: „Het is heel organisch ontstaan. Mijn allereerste voorstelling, vrijdagavond 17 januari 2000, was hier. Toen was Yassine nog niet eens in beeld.” 

YB: „Min of meer officieel is het een jaar of zes, toen we in een beleidsplan schreven dat we wilden focussen op makerschap en op een nieuw repertoire. Hoe match je nou de behoeften in de veranderende samenleving met wat er op het podium gepresenteerd wordt? We zochten instellingen die zich richten op jongeren en die zich wilden committeren aan ons, die hier hun ei kwijt konden, ook wilden samenwerken met anderen en educatieve programma’s wilden doen. Zo werken we samen met onder meer ICK Dans Amsterdam, Jakop Ahlbom Company en het Amsterdams Andalusisch Orkest. Allemaal hebben ze een eigen soort repertoire, maar zijn ze ook bereid om verder te kijken dan alleen datgene waarin ze gespecialiseerd zijn. Delen is vermenigvuldigen. De koppeling die we maken met hiphop cultuur zou een goede aanvulling kunnen zijn.” 

Marco is hier kind aan huis. 

Hoe ver gaat jullie samenwerking?
YB:
„Ik vind de samenwerking heel intensief. Een goed voorbeeld is dat wij een productie over straatvoetbal hebben ontwikkeld, FTBLL. Het idee was van mij, Marco heeft het uitgewerkt. De voorstelling is uiteindelijk in Carré geëindigd. Dat zie ik dan niet als een soort van ‘we gaan bij de concurrent langs’, maar als een erkenning voor de ontwikkeling van zo'n voorstelling. En er is natuurlijk ook gewoon een vriendschap. Dat je elkaar ook buiten kantooruren kan bellen en met elkaar kunt levelen, over meer dingen kunt praten dan alleen maar kunst. Dat is natuurlijk tof.” 

Ik vond hem eerst heel irritant. 

Jullie zijn ook buiten het theater vrienden?
 MG:
„Jazeker. We leerden elkaar kennen toen Yassine hier als programmeur kwam werken. Ik vond hem eerst heel irritant. Hij liep constant achter me aan met vragen over wat ik allemaal deed. Hij wilde echt alles begrijpen. Ik vond dat ook intrigerend. We kwamen elkaar daarnaast natuurlijk tegen bij projecten. Zo zijn we samen voor FTBLL naar Barcelona gegaan en kwamen we erachter dat we een passie voor voetbal delen; ik weet alles over Barcelona en Messi.” 

YB: „Je komt elkaar tegen in je werk omdat je ergens iets in elkaar herkent. Marco babbelt niet mee met de geijkte mening, durft af en toe de kont tegen de krib te gooien. Ik heb in de vakcommissies vaak geijverd voor partijen als ISH. Ze zijn oprecht en dat moet je koesteren. ISH heeft laten zien dat je gewoon door die klassieke wereld heen kan beuken. Daar heb ik veel van geleerd. Ik ben dankbaar dat zij bestaan en dat wij daar een rol in mogen spelen.” 

ISH heeft laten zien dat je gewoon door die klassieke wereld heen kan beuken. 

Welke rol is dat?
YB
: „Ik moet poetsen, Marco moet shinen. Ik heb het talent nooit gehad en misschien ook de durf niet om op het podium iets te laten zien. Mijn kracht is ervoor te zorgen dat Marco - en anderen - het podium kan claimen, dat de randvoorwaarden zo goed mogelijk zijn. En dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Marco heeft het in de begintijd best moeilijk gehad.” 

MG: „Ik heb alles naar mijn hoofd geslingerd gekregen. ‘Het is maar een straatdiscipline’. ‘Het hoort niet in het theater’. Ik ben altijd heel koppig geweest. Wil je een nieuwe generatie het theater in krijgen, dan zul je moeten meegaan met de tijd zonder afbreuk te doen aan het oude. Dat is denk ik wat ik het allerbeste kan: die twee verschillende werelden bij elkaar brengen. Ik denk dat we een van de gezelschappen zijn die het hardst zijn gegroeid en echt iets hebben neergezet. En dat komt denk ik omdat wij ons met een heel open visie, een heel open blik geprofileerd hebben.” 

YB: „Dat is wel hetgeen onze huisgezelschappen met elkaar in gemeen hebben. Dat ze gewoon doorzetten en geloven in hun product.” 

Ik moet poetsen, Marco moet shinen

Welke eigenschappen bewonderen jullie in elkaar?
 MG:
„Oei, zoveel! Yassine is heel clever, slim en empathisch naar zijn omgeving toe. Hij begrijpt heel goed wat er speelt: dit is wat Meervaart nodig heeft, dit is wat Nieuw-West nodig heeft. Niet elk theater is even succesvol. Als je geen feeling hebt met je omgeving en niet weet wat de gemeenschap vraagt, dan ben je alleen maar een omhulsel. Ik denk dat Yassine dat heel goed kan vertalen. En ook dat hij de fricties omarmt, bij wijze van spreken. We hebben nooit ruzie en we zijn heel oprecht met elkaar, maar ik ben op mijn manier… nou ja rebels is niet het juiste woord, maar ik ga niet over de gebaande paden. Dat zit niet in de weg van onze vriendschap.” 

YB: „Voor mij is het Marco’s jeugdigheid, dat speelse. Dat zit ook in mij - hij heeft het heel erg. Het is niet overacting, het is gewoon wie hij is. Dat gemak waarmee hij altijd een soort eeuwige jeugd in zich houdt. Dat vind ik heel speciaal. En daarnaast is zijn immense waardering voor degene op het podium echt mooi om te zien. Hij heeft oog voor niet alleen de nummer één, maar ook voor twee, drie en vier. En dat hij niet denkt dat die zijn concurrent kan worden, maar hem juist omarmt.” 

Ik ga niet over de gebaande paden. 

MG: „Ik ben er heilig van overtuigd dat je door mensen te inviten en de deuren open te gooien in plaats van te sluiten, je minimaal evenveel, zo niet meer voor elkaar krijgt.” 

Wat zijn jullie toekomstdromen?
 MG:
„Dat Meervaart het allervetste gebouw wordt van Amsterdam en dat onze ziel zo wordt doorgegeven. Alle voorstellingen die ik wilde maken heb ik wel gemaakt. Maar verder? Gewoon zo doorgaan en dan zien we wel wat er op ons pad komt.” 

YB: „En dan niet te veel focussen op een strategie of lineaire ontwikkeling. Je moet in het moment durven staan. Je moet vrij in je hoofd blijven. Als je het allemaal gaat dichttimmeren… We waren laatst in Hongkong, met de voorstelling Het barre land. Dan denk ik niet aan wat ik er nog meer uit kan halen. Ik vind het bijzonder dat daar iets neergezet wordt, dat hier in Meervaart in première is gegaan. Ik had een vriend uitgenodigd waarmee ik 20 jaar geleden in Spanje gewoond heb, die bleek daar te wonen met zijn gezin. Dan ben ik de gelukkigste man van de wereld. Zie ik mijn vriend van de productie, mijn vriend van vroeger en zijn kinderen en denk ik: hoe mooi is het leven?” 

MG:Embrace the unexpected. Natuurlijk moeten we voor subsidies en dergelijke meerjarenplannen maken, maar dat is maar een richting. Daar probeer je je zo goed mogelijk aan te houden, maar er zullen altijd tegenslagen en verrassingen om de hoek komen kijken. Het gaat er vooral om hoe je daar creatief mee omgaat.” 

Embrace the unexpected

YB: „Een rafelrandje is juist mooi. Dat hele gepolijste, dat hoeft allemaal niet. Het gaat veel meer om: wat is nou echt, wat voel je nou? We zijn allemaal bezig met hoeveel sterren een voorstelling kan krijgen, maar het gaat er toch ook om of mensen, zowel de makers als het publiek, plezier en een mooie ervaring hebben gehad? Dat die recensent op technisch niveau dingen ziet die misschien beter kunnen, daar kan je het mee een zijn of niet, maar eigenlijk is dat niet van belang. Van belang is dat iets ontstaat waardoor iemand kan zeggen: ik heb een herinnering aan deze mooie productie. Dat is wat telt.” 

Foto v.l.n.r.: Yassine Boussaid (Meervaart), Marco Gerris (ISH), Jerry Remkes (ISH) 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf up-to-date